Verzwijgen van vermogen bij een verdeling
Bij een echtscheiding dient er als er een gemeenschap van goederen is een verdeling te volgen van de gemeenschappelijke goederen. Maar wat nu als uw ex-echtgenoot bewust vermogen voor u heeft achtergehouden?
Bij het verdelen van het vermogen van een huwelijksgemeenschap of nalatenschap wordt vaak een beschrijving van de boedel gemaakt. Het kan zo zijn dat niet iedere deelgenoot (echtgenoot of erfgenaam) dan even eerlijk is over de te verdelen goederen in de gemeenschap. Daar zit wel een risico aan vast. Iedere deelgenoot die opzettelijk goederen die tot de gemeenschap behoren verzwijgt, verbeurt volgens de wet namelijk zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten. Dit betekent in geval van een echtscheiding waar sprake is van een gemeenschap van goederen dat het aandeel van de verzwijgende echtgenoot op de verzwegen goederen bij de verdeling daarvan aan de andere echtgenoot toekomt.
Om van ‘verzwijging’ sprake te laten zijn, dient er volgens de wet aan een streng vereiste te worden voldaan. Er moet namelijk sprake zijn van opzet. Dit betekent dat de echtgenoot die de goederen heeft achtergehouden moest weten dat die goederen tot de te verdelen goederen behoorden. Slaagt dit beroep op verzwijging? Dan wordt het goed volledig aan de andere echtgenoot toebedeeld. Slechts wanneer de verzwijgende echtgenoot zich met succes beroept op de redelijkheid en billijkheid of tot inkeer komt en het bestaan van de goederen opbiecht en bij de verdeling betrekt, kan hij onder de sanctie uitkomen.
De Hoge Raad heeft op 31 maart 2017 een opvallende uitspraak gedaan over een situatie waarin een deelgenoot opzettelijk het bestaan van een bankrekening heeft verzwegen. Een erflaatster had voorafgaand aan haar overlijden haar zoon en een neef tot erfgenamen benoemd.
De zoon kreeg een algemene volmacht gegeven voor de Zwitserse bankrekening van de erflaatster met daarop een bedrag van € 644.000,00. De zoon heeft dit bedrag vervolgens overgemaakt naar zijn eigen bankrekening. Toen zijn neef naar het bestaan van deze bankrekening vroeg, heeft hij dit ontkend. Later kwam de neef met bewijs van het bestaan van de bankrekening bij de zoon.
Eerlijkheid duurt het langst
De Hoge Raad oordeelde dat er sprake van opzet en het gehele aandeel van de zoon op het saldo van de bankrekening ging over naar de neef. Eerlijkheid duurt het langst. De uitspraak van de Hoge Raad kunt u hier nalezen.
Nog meer weten?
Wilt u nog meer informatie over dit onderwerp. Brekelmans Van der Ven beantwoordt graag uw vragen. U kunt hier contact met ons opnemen.